DE PRESENTATIES ZIJN - LOSJES - GEGROEPEERD NAAR ONDERWERP/THEMA


Klik hier voor een diashow van de openingsdia's


of klik op de titel van de presentatie

KINDEREN / MENSEN
VROUWEN MET EEN PRIJSKAARTJE
In de tweede helft van de 19de eeuw omarmde de Parijse avant-garde het stadsleven in al zijn facetten. En seksuele promiscuïteit hoort daarbij. Het ging de kunstenaars daarbij niet zozeer om het onderwerp, maar om kleur, vorm en expressiviteit. Zeiden ze – terwijl tegelijkertijd syfilis als bewijs van ‘echte man’- zijn gold en de dubbele moraal hoogtij vierde. De ‘grande horizontales’ lieten zich onverbloemd portretteren in mythologische afbeeldingen, maar op straat en in uitgaansgelegenheden was het niet altijd direct duidelijk welke vrouwen prostituees waren. Kunstenaars verwerkten subtiele verwijzingen naar deze ambiguïteit in hun schilderijen, zoals kleuren, houding, veelzeggende blikken of gebaren. Dus daar gaan wij eens goed naar kijken … voordat de suffragettes op het toneel komen, prostitutie steeds meer gezien wordt als een sociaal probleem, en de vrouwen rechten gaan krijgen … vooral op papier.

HET BEGINT BIJ HET KIND
Kinderen: trots en zorg van ouders, hun liefste bezit, kwetsbaar in tijden van pest, pokken, tyfus en dysenterie. Maar naast oudertrots zit in kinderportretten vaak ook een moraliserende boodschap die veel zegt over de maatschappij waaruit ze voortkomen. Kinderen moesten onderwezen en ingetoomd worden om tot nuttige burgers uit te groeien. er valt heel veel te vertellen, maar bovenal te genieten van alle kinderafbeeldingen. Daarbij gaan we ook de vraag ‘wat kost dat nou, zo’n kind in de kunst’ niet uit de weg, aan de hand van verkoopresultaten van Sotheby’s en Christie’s.

ETEN, DRINKEN, VROLIJK ZIJN
Eten en drinken is meer dan alleen een biologische vereiste. De hele samenleving, het dagelijkse leven, de hele cultuur is ervan doortrokken. De ironie wil ook dat in de christelijke cultuur de eerste zonde ooit door de mens gepleegd nota bene te maken heeft met eten. We gaan langs (feest)maaltijden op doek, met soms waarschuwingen voor de negatieve gevolgen van overdaad, waarin al of niet met mate genoten wordt en waarbij de betrokkenen al of niet een probleem zagen in o o obesitas.

GENEES-KUNST
We kijken (en niet met de ogen van de dokter die een diagnose wil stellen!) naar afbeeldingen van Egyptische stèles en Griekse votieftabletten, schilders die zichzelf als patiënt afbeelden, portretten van (mede daardoor beroemd geworden) geneesheren en uiteraard ook anatomische lessen. Ons interesseert niet het Geneeskundig Handboek maar de afbeelding door de kunstenaar: hoe inspirerend is voor hen zwangerschap, geboorte, ziekte en dood.

JONG GELEERD, OUD GEDAAN, LEZEN EN SCHRIJVEN IN DE KUNST
Vanaf het vroegste begin van de schilderkunst zijn er lezende en schrijvende mensen door schilders afgebeeld. Denk maar aan al de Maria’s die door de engel Gabriel de geboorte van het Christuskind wordt aangezegd: Maria leest. Tot in de 15e eeuw was het duidelijk wàt en waarin gelezen werd: de bijbel. Toen afscheid genomen werd van dat thema ging het de schilder nog steeds om het afbeelden van een activiteit die dagelijks door talloze mensen met veel plezier wordt beoefend: lezen en schrijven. Door liefdesparen bijvoorbeeld. Er zijn periodes geweest dat lezende vrouwen als ‘gevaarlijk’ werden beschouwd: op slimme vrouwen zitten domme mannen niet te wachten. We gaan het in deze lezing niet hebben over literatuur maar over de afbeelding: wat valt er kunsthistorisch gezien te vertellen over de schilder en diens stijl, de dagelijkse context en tijdperk waarin het werk werd gemaakt? En over schilders die elkaar de groeten doen via een geschreven tekstje op het schilderdoek (trompe l’oeil) en over schilders die u waarschuwen u niet beet te laten nemen door almaar rekeningen schrijvende belastinginners …


NEDERLAND
MATA HARI, EEN ‘GRANDE HORIZONTALE’ MET EEN PRIJSKAARTJE
In deze presentatie leef je mee met Margaretha Geertruida Zelle,een ‘femme fatale’, een dramatische verhaal van moed en glorie, verlies en verraad! Aan de hand van persoonlijke bezittingen, foto’s, plakboeken, brieven en militaire dossiers maak je kennis met deze vrouw die, geboren in Leeuwarden en door pech achtervolgd in Nederlands-Indië, als 29jarige successen beleefde in Parijs. Een dame met een prijskaartje! De kranten, en de heren, raken niet uitgeschreven over en uitgekeken op deze sensatie. Het succes van deze ‘grande horizontale’ duurt 10 jaar – maar dan eindigt haar leven voor een Frans vuurpeloton, verdacht van spionage.

DE NEDERLANDSE IMPRESSIONISTEN: DE ‘TACHTIGERS’
De ‘Tachtigers’, de generatie na de Haagse School, met jonge schilders als George Hendrik Breitner, Isaac Israëls en Willem Witsen worden ook wel de Nederlandse Impressionisten genoemd. Ze kiezen vanaf 1880 voor de dynamiek van het stadsleven. Tezamen brengen de schilders het 19e- eeuwse Amsterdam, Den Haag en Rotterdam tot leven. Met trams op het rumoerige Rokin, de eerste elektrische verlichting, verleidelijke etalages en voortdurende bouwwerkzaamheden. Met trams op het rumoerige Rokin, de eerste elektrische verlichting, verleidelijke etalages en voortdurende bouwwerkzaamheden. De lezing plaatst tijd, leven in werk in een context.

JHERONIMUS BOSCH
In 2016 herdacht Nederland het vijfhonderdste sterfjaar van Jheronimus Bosch. In zijn stad maakte hij zijn werk voor opdrachtgevers uit heel Europa. Zijn schilderijen weerspiegelden het leven, denken en handelen van de vijftiende-eeuwse Europeanen. Een tijd waarin religie een belangrijke plaats in nam en Bosch thema’s als verleiding, zonde en rekenschap op geheel eigen wijze verbeeldde in schilderijen vol illusies en hallucinaties, surrealistische nachtmerries en visioenen. Boijmans in Rotterdam opende een tentoonstelling en het Noordbrabants Museum volgt. De de lezing geeft een gedetailleerd zicht op en uitleg van de merkwaardige fantasiewezens, duivelse dromen en magische monsters – luister, huiver en geniet mee …

DE TUIN DER LUSTEN, VAN JHERONIMUS VAN AKEN, SCHILDER OFTE MAELDER DIE HEM SELVER SCRIFT JHERONIMUS BOSCH.
Twee uur lang (met een kleine pauze) kijken naar één schilderij? En tijd, oren en ogen te kort komen? Dat gaat u gebeuren bij de uitleg van De Tuin der Lusten. Via de Paradijskant, waar in ieder geval een katachtig wezen al duidelijk maakt wie de hoofdschuldige is aan de zondeval, komen we uit op het middenpaneel. We zien in tientallen kleine scènetjes ‘het theater van de mensheid’ hoofs uitgebeeld. In de hel hangt letterlijk de sleutel ter verklaring van het werk. De uitgebeelde hellestraffen zijn voor de eigentijdse beschouwer ‘vulgata et nota‘, algemeen bekend. Men wordt gestraft naar de begane zonde: oog om oog en tand om tand. Mijn lezing geeft een gedetailleerd zicht op en uitleg van de merkwaardige fantasiewezens en de duivelse dromen. Luister, huiver en geniet mee …

REMBRANDT - leven en hoogtepunten uit het werk
Wat was de context waardoor hij zo kon floreren en wat waren de hoogte- en dieptepunten van zijn leven? Iedere keer als Rembrandt’s meest spraakmakende schilderij, de Nachtwacht, ter sprake komt, betekent dat eigenlijk een indirecte promotie van mijn woonplaats Vlaardingen. De prominent op de voorgrond afgebeelde man in het prachtige goudbrocaten pak was Willem van Ruytenburch, en hoewel een geboren en getogen Amsterdammer, Heer van Vlaardingen. Ons Hof was zijn tuin.

REMBRANDT EN CARAVAGGIO
We kijken eerst rond in het 16e eeuwse Italië met daarna alle aandacht voor de revolutionaire vernieuwer van de schilderkunst, Caravaggio, en de invloed van deze expressieve Italiaanse schilder op Nederlandse collega’s. Niet langer geven regelmaat en harmonie de toon aan, integendeel, het in het werk tot uitbeelding gebrachte realisme schokt tijdgenoten enorm. Het zijn werken waarin gespeeld wordt met kontrasterende kleuren en die een sterk theatraal karakter hebben.

REMBRANDT & SASKIA: LIEFDE IN DE GOUDEN EEUW
In Rembrandtjaar 2019 was het 350 jaar geleden dat Rembrandt stierf. Rembrandt en zijn Friese bruid Saskia (Saske) trouwden in 1634 in Sint Annaparochie: den 22 junij sijn int’ houwelijck bevestiget Rembrant hermens van Rhijn tot Amsterdam woonende, ende Saskia van Ulenburgh … . En bij bruiloft hoort een feest: ‘Een vroylicke Bruyloft … (zo)als die in onse heden daechse Feeste ghevonden werden … ’. En daarna volgde de loop van het leven, met de onvermijdelijk hoge kindersterfte. En ook Saskia sterft jong, in 1642 aan een ‘uitteerende siecte’ (tuberculose), vlak na de geboorte van het 4e kind. 1642 is ook het jaar dat Rembrandt de Nachtwacht schildert! Voor zoon Titus komen voedsters in huis, waarmee Rembrandt het met de moraal niet helemaal nauw neemt door ermee aan te pappen (Geertje Dircx, Hendrickje Stoffels), failliet raakt, enfin, ik kom u dat hele aangrijpende verhaal graag vertellen in een lezing vol prachtig en haarscherp beeldmateriaal en met otepasselijke muziekfragmenten

FRANS HALS EN ZIJN TIJD
Frans Hals, Haarlems beroemdste schilder, gespecialiseerd in portretten. Hals koos ervoor om een schilderij niet glad af te werken zoals al zijn tijdgenoten dat nog deden, maar probeerde er ‘leven’ in te houden. ‘Een onghemeyne (ongewone) manier van schilderen, die hem eyghen is, bynae alle (iedereen) over-treft’.

JAN STEEN
De schilder van de slonzige doch o zo gezellige huishoudens, maar ook van ‘historiën’: verhalen uit Bijbel, de vaderlandse geschiedenis of uit de klassieke oudheid. Deze stonden in de waardering van de 17e eeuwse beschouwer het hoogste aangeschreven, veel hoger dan de genrestukken, portretten of stillevens. De schilder moest niet alleen zijn bron goed kennen maar ook het hele verhaal op een toch nieuwe en andere manier vertellen dan zijn collega-schilders. En Steen is natuurlijk een verhaal apart! De scheidslijn tussen zijn bekende genre-schilderijen en historie is flinterdun. Genieten hoor, van ‘Steen vertelt’, mooie verhalen, heel mooi beeldmateriaal en tegelijk uw bijbelkennis weer eens opgefrist ;-).

JOHANNES VERMEER
Tegenwoordig is Johannes Vermeer een van de beroemdste Nederlandse schilders maar eeuwenlang was hij nauwelijks van betekenis. Het kleine oeuvre dat nu van hem bekend is werd lange tijd aan anderen toegeschreven. Thans zijn 35 schilderijen als 'Vermeers' erkend. Zijn thema: interieurs met één of enkele mensen, meestal vrouwen. Intieme genrestukjes, waarin de hoofdpersoon zich wijdt aan een alledaagse bezigheid maar er gaan ook aardig wat blikken over en weer bij een gevuld glaasje...

DE ‘HERSTORY’ VAN VROUWELIJKE KUNSTENAARS in de Nederlanden
Geertgen tot St. Jans, Jeroen Bosch, Rembrandt, Karel Appel, – wie kent ze niet? Vrouwelijke kunstenaars zijn echter vaak in de vergetelheid geraakt of in de schaduw gebleven van ‘de grote meesters’. Wie kent herstory wel De gehele serie bestaat uit vier lezingen – u kunt dat deel/die delen kiezen die u wenst: ‘herstory’ van kunstenaressen uit de 15e+16e eeuw (Z+N.Ned); de 17e eeuw; de 19e en 20e eeuw

DE TULPENGEKTE VAN 1637; DOOR DE BOLLEN NAAR DE KNOPPEN
Wat is er Hollandser dan tulpen, molens en Delfts blauw? Toch komen de molens uit het oude Perzië en is Delfts blauw van oorsprong een imitatie van het Chinese blauwe porselein. En tulpen? Die komen uit Turkije. Ons nuchtere landje stond in 1637 op zijn kop door een uit de hand gelopen windhandel in tulpenbollen. Verviel de Nederlandse economie werkelijk in een depressie en raakte Nederland aan de bedelstaf door een ‘krach’?

‘DE GOUDEN EEUW VIERT FEEST’
Feesten waren in de schilderkunst van de Gouden Eeuw een bijzonder populair onderwerp. Schilders brachten allerlei feestvierende personen en uitgelaten gezelschappen in beeld, variërend van boerenkermissen en Sinterklaasfeesten tot rijke buitenpartijen, rederijkersoptochten en schuttersbanketten.

VERHALEN OVER LEVEN, LIEFDE, LUSTEN EN LASTEN; genreschilderkunst in de 17e eeuw
De schilderkunst diende, naast kijkgenot, ook om het publiek (van succesvolle winkeliers en ambachtslieden tot rijke kooplieden en de regenten-elite) te bevestigen in hun opvattingen over de maatschappij. Deze goede burgers voelden zich moreel superieur als (toch met enige afgunst …) gekeken werd naar het vaak lustige tafereel op het schilderij. We gaan het uitgebreid hebben over het iconografische interpreteren, zodat u in het vervolg beter kunt genieten van deze schilderkunstige verhalen over het leven, de liefde, lusten en lasten!

ONS 'RIJKS' EN DE PUBLIEKSLIEVELINGEN
Ons Rijksmuseum heropende op 13 april 2013 – dat weet u misschien nog wel: een gigantisch mediaspektakel. Hoe is het nadien tussen u en de 8.000 tentoongestelde objecten vergaan? Legde u de wandelroute van 1.5 km al af? Neen? U had nog geen zin in de eindeloze wachtrijen? Dan is deze lezing wat voor u: het gebouw en de bouwgeschiedenis komt langs, met de publiekslievelingen! Dan denkt u natuurlijk terecht aan Rembrandt, de Nachtwacht, maar vergeet u Marten en Oopjen niet, en Vermeer, Frans Hals, Jan Steen … en u luistert naar de muziek die bij die tijd hoort.


INDIVIDUELE KUNSTENAARS+CONTEXT
DAVID HOCKNEY (1937-)
Hockney besluit in 1964 het roer om te gooien en het druilerige Engeland te verlaten voor het zonnige Los Angeles. Van Gogh (1853-1890) ging daarvoor naar Arles. Hockney vond in Californië, behalve een liberale cultuur waarin hij zich vrijer kon bewegen en uitdrukken (de Engelse wet tegen homoseksualiteit werd pas in 1967 opgeheven), het zonlicht met zijn slagschaduwen dat zijn schilderijen in het vervolg zou kenmerken. Maar na 20 jaar zonlicht herontdekt hij het landschap van zijn jeugd: Yorkshire! Met die interesse voor het landschap toont de oudere Hockney zich een schil­der die aansluit bij de ijzersterke Engelse traditie van landschapschilderkunst. Zo worden de romantische schilders John Constable en Thomas Gainsborough geassocieerd met het graafschap Suffolk en William Turner met Kent. Maar geen schilder had nog Yorkshire `geportret­teerd': de glooiende heuvels en onafzien­bare akkers in het diffuse licht hadden nog geen andere schilder geïnspireerd. Maar juist dat onopmerkelijke trok Hock­ney aan in de Yorkshire Wolds. Hij voelde, naar eigen zeggen, hetzelfde als Van Gogh in het landschap rond Arles ruim honderd jaar eerder.

GIACOMETTI (1901-1966) +DE ONTWIKKELINGEN IN DE BEELDHOUWKUNST
Giacometti omschreef zichzelf graag als een kunstenaar uit een traditie die duizenden jaren teruggaat, een kunstenaar wiens werk overeenkomsten vertoont met die van een beeldhouwer uit het oude Egypte. Begonnen als schilder (opgeleid door zijn vader) ontwikkelde hij zich in Parijs tot beeldhouwer. Het kubisme inspireerde hem, net als het surrealisme, om in 1935 te besluiten alleen nog maar naar levend model te werken. Hij streeft een ‘gelijkenis’ na. Wat hij daarmee precies bedoelde, laat zich lastig definiëren! Giacometti’s sculpturen zijn uitgerekt, pezig, ‘een soort skelet in de ruimte’, altijd herkenbaar en zonder herkenbare gelijkenis tot het afgebeelde. Langgerekte uitgemergelde figuren in gips of brons, de mannen lopend, de vrouwen altijd stilstaand. De geschilderde/getekende figuren zittend in een stoel, recht tegenover de kunstenaar zonder een waarneembare uitdrukking, zonder een lach: zijn ze vrij of juist hulpeloos en benard? De lezing geeft inzicht in leven en werk van Giacometti, geplaatst in zijn tijd, en een globale ontwikkeling van de beeldhouwkunst sinds de Oudheid.

LUCIAN FREUD (1922-2011)
Jawel, familie, een kleinzoon. En eigenlijk een conventioneel schilder, want midden in een tijd die alleen maar openstond voor abstracte kunst, heeft hij die omslag nooit gemaakt. In de jaren 50 ondergaat zijn schilderstijl, beïnvloed door Francis Bacon, een totale verandering. Zijn extreem verfijnde realistische schilderstijl slaat om naar een bijzonder pasteuze. Wat blijft is zijn aandacht voor vooral het menselijk lichaam, zowel het mannelijke als het vrouwelijke. Maar de manier waarop, en de keuze van zijn (vaak maatje +++) modellen, maakt zijn oeuvre zonder meer spectaculair én uniek. De modellen (vrijwel altijd vrienden of familieleden) worden nooit op een vleiende manier afgebeeld, ze hebben nooit een academisch geïdealiseerd lichaam. De (verf)huid lijkt door veel ziektes aangetast. Hij spaart zijn modellen niet, net zomin als zichzelf in zijn zelfportretten.

CHAÏM SOUTINE (1893-1943) EN AMEDEO MODIGLIANI (1884-1920)
Twee volkomen tegengestelde kunstenaars die elkaar ontmoeten in Parijs, 1913, met een levenslange hechte vriendschap als gevolg. Soutine met zijn obsessieve energie ontwikkelt een zeer persoonlijke schildertechniek. Hij werkt zonder voorafgaande studies, met brede penseelstreken en felle kleuren: landschappen, bloedige karkassen van geslachte dieren en vervormde lichamen. Zijn meest herkenbare onderwerp? De fascinerende weergave van de nieuwe sociale klasse van bedienend personeel van de modieuze hotels en restaurants vanaf de jaren 1920. Het is het contrast tussen hun werkuniformen en de opvallende individualiteit van hun gezichten die buitengewone emotionele lading geeft aan deze ongewone portretten. De knappe, welopgevoede en gecultiveerde Amedeo Modigliani is zijn absolute tegenpool. Van hem kennen we vooral de elegante naakten met de smachtende ogen. De lezing behandelt van beiden leven en werk, met aandacht voor Parijs als dé ontmoetingsplaats van de avant-garde. Bij Modigliani wordt tevens aandacht geschonken aan de gigantische prijzen waarvoor zijn werk weggaat op internationale veilingen (Christie’s en Sotheby’s).

FRANCIS BACON (1909-1992)
'Doleo, ergo sum - ik lijd, dus ik besta', dat zou het motto kunnen zijn van Francis Bacon. Zijn werken gaan over emoties, (homoseksuele) agressie en seks, ze zijn bruut en van een ongelooflijke claustrofobische intensiteit. Altijd figuratief - maar nooit verhalend - werken ze rechtstreeks in op het zenuwstelsel. Bacon's universum is een nachtmerrie van onthoofdingen, verminkingen en angst. Zijn figuren (furies?) balanceren schoppend, bijtend en worstelend over ragfijne sporen door een niet te definiëren ruimte; ze zijn tegelijkertijd fragiel en chaotisch. En van een ongelooflijke esthetiek en met een enorme verfbeheersing, waarin hij ook speels probeert de driedimensionaliteit (beweging) binnen het platte beeldoppervlak zichtbaar te maken.

MONET EN HET IMPRESSIONISME
De impressionisteneen: geuzennaam voor een groep jonge kunstenaars (Monet, Degas, Renoir en Pisarro), die doelbewust het publiek schokten met een artistieke aardverschuiving. De aanleiding: onvrede over de almachtige Salon. Een heftige breuk met de heilige erfenis van de klassieken: het vluchtige, bijna illusoire in de natuur, de kleine windvlagen, rimpelingen, beweging of een glimlach. Schilderen voordat het moment voorbij is!

MANET - HET BEGIN VAN DE MODERNITEIT
Manet zou feitelijk het liefst gelauwerd en geprezen zijn op de officiële jaarlijkse Parijse Salon, zoals zijn grote concurrenten, klassiek academici als Alexandre Cabanel, William-Adolphe Bouguereau en Jean-Léon Gérôme. Zijn naam is echter voorgoed verbonden aan de Salon des Réfusés (1863), waar keizer Napoleon III zijn werk naar toe verbant. Zijn Nederlandse vrouw, Suzanne Leenhoff, is pianiste – we luisteren ook naar haar lievelingscomponisten. Kom meer over Manet en het begin van de moderniteit te weten in deze context- lezing met uitleg over tijd, leven en werk.

MATISSE EN DE FAUVES
Matisse studeerde rechten vanwege zijn vader, maar wijdde zich vanaf 1891 volledig aan de kunst. In 1905 presenteren hij en geestverwanten hun werk op de almachtige Parijse Salon d’Automne. Critici spreken schande van de felle kleuren ‘het publiek wordt een pot verf in het gezicht gegooid’ en vooral zijn ‘Vrouw met hoed’ moet het ontgelden. Ze worden fauvisten genoemd, ‘wilde dieren’. Hij is, met Picasso als eeuwige (want jongere) rivaal op zoek naar vernieuwing, naar bevrijding van de knellende academische tradities.

PICASSO – DE JONGE JAREN
Het is een spannend verhaal: de jonge schildersjaren. De kleine Spanjaard vestigt zich als amper 18 jarige in Parijs – arm, geen Frans sprekend, verliefd op ‘la belle Fernande’, gedreven, bloedserieus, ambitieus, competitief, gulzig en zelfbewust. Hij moet wel, hij is de jongste nieuwlichter, les jours de boire nog laten even op zich wachten: na de blauwe, roze en kubistische periode om precies te zijn.

KEES VAN DONGEN, EEN 'WILDE' SCHILDER IN PARIJS
Van Dongen sloot zich aan bij de Fauves (‘wilde dieren’), die zo genoemd werden vanwege hun woeste schilderwijze en felle kleurgebruik. Na de Parijse succesjaren met de vele high society portretten vestigde Van Dongen zich in Cannes. Naast de portretten van de mondaine wereld werd toen de weergave van het strandleven en de zee een geliefd onderwerp. De lezing belicht de artistieke durf van Kees van Dongen in de context van zijn tijd en toont hoogte- EN dieptepunten.

MONDRIAAN
Mondriaan (1872-1944) kreeg zijn opleiding in een periode die, kunsthistorisch gezien, geïnspireerd en gedomineerd werd door de ‘Haagse school’. In juni 1911 ziet hij voor het eerst de kubistische werken van Picasso en Braque, vertrekt naar Parijs en verfranst zijn naam tot Mondrian. De oorlogsjaren 1914-18 brengt hij noodgedwongen in Nederland door. Hij richt daar, samen met Van Doesburg, Van der Leck en Huszár in 1916 ‘De Stijl’ op. De laatste jaren is hij in New York, waar hij tot een speelsere werkwijze komt door, heel bijzonder, het gebruik van plastik tape als hulpmiddel.

DE TRAGEDIE VAN DE RUSSISCHE AVANT GARDE, BEGIN 20E EEUW
2017 Is ook voor de Russische geschiedenis en beeldende kunst een belangrijk jaar: 100 jaar geleden brak de Russische Revolutie uit. Het is over en uit met het de tsaar (Nicolaas II), de bolsjewieken nemen de macht over. Schilders (Wassily Kandinsky, Kazimir Malewich, Marc Chagall) maar ook dichters (Vladimir Majakowsky) filmers ( Eisenstein), alle disciplines zetten zich vol overgave in om de marxistische/ leninistische heilstaat ook beeldend vorm te geven, culminerend in een weergaloze tentoonstelling in 1932: ’15 jaar kunstenaarschap in de Sovjet Republiek’. Daarna draait (inmiddels) Stalin de schroeven aan – het is over met de utopie, wat volgt is het socialistisch realisme. En weer later horen wij van de goelag. Deze context- lezing geeft uitleg over tijd, leven en werk.

TWEE TIJDGENOTEN, TWEE TEGENPOLEN
Kazimir Malevich (1879-1935) en Marc Chagall (1887-1985) Chagall werd geboren in tsaristisch Rusland, het tegenwoordige Wit-Rusland. Hij kwam uit een eenvoudig chassidisch joods gezin, was de oudste van 9. Hij had een arme, maar gelukkige jeugd, een periode/een sfeer/een weergave die heel vaak in zijn werk terugkeert. In 1910 verhuist hij naar het centrum van de toenmalige kunstwereld: Parijs. Hij leert er de dichters en beeldend kunstenaars uit de avant-garde kennen en ontwikkelt er zijn stijl: het melancholische (figuratieve) terugblikken op een/de tijd die verdwijnt, in prachtige poederpasteltinten. Het leven, werk en stijl van Kazimir Severinovitsj Malevitch is van een totaal andere aard: als theoreticus van het constructivisme en als uitvinder van het suprematisme is hij spraakmakend, baanbrekend en zeer overtuigd van zichzelf. Karaktereigenschappen en de ontwikkelingen in hun kunst zijn absoluut tegengesteld en ze hebben elkaar ook behoorlijk dwarsgezeten! Chagall koos voor een vrij leven en grote carrière in het Westen, Malevich werd uiteindelijk door het Russische regiem doodgezwegen en kreeg na 1989 zijn terechte internationale erkenning.

VIER GENERATIES TOOROP
Zo vaak komt het niet voor in de kunstgeschiedenis, dat opeenvolgende generaties van een familie bijna allemaal voor de kunst kiezen. Het is ook niet makkelijk om van zo'n familie deel uit te maken: het gevaar is levensgroot dat jouw werk langs de meetlat van het werk van je voorgangers wordt gelegd. Jan was de vader van Charley en de grootvader van de kunstenaar Edgar en de cineast John Fernhout en overgrootvader van Rik Fernhout.

JAN TOOROP, 1858-1928
Jan Toorop was de grondlegger van de dynastie. Geboren in het voormalig Nederlands-Indië wordt Den Haag zijn nieuwe woonplaats. Hij zal blijvende gefascineerd zijn door het oosterse. Aanvankelijk schilderde hij in impressionistische stijl, maar via het pointillisme ontwikkelde hij zich tot symbolistisch schilder (o.a. O Grave, Where is thy Victory, De Drie Bruiden, Fatalisme en De sfinx). Behalve als symbolist ontwikkelt Toorop zich ook als de maker van grafisch werk met een totaal ander karakter: een stijl die neigt naar de Art Nouveau of Jugendstil (affiche voor de Delfse slaolie, in de volksmond 'de slaoliestijl').

CHARLY TOOROP - DE WIL IS ALLES
Charley groeide op in een welvarend en buitengewoon artistiek milieu. Toen zij, na een aanvankelijke viool- en zangstudie, zich op het schilderen toelegde hielp haar vader haar met haar eerste exposities, introduceerde haar bij zijn artistieke vrienden en zou haar bovendien altijd financieel blijven steunen. Charley was een intens, nogal onbesuisd levende vrouw met kortstondige liefdes maar duurzame vriendschappen; het schilderen was haar ‘ideale minnaar’.

De A VAN APPEL VAN COBRA: 1948-1951
Vraag een willekeurige Nederlander naar een bekende Nederlandse schilder en hij noemt waarschijnlijk Karel Appel (1921-2006). Appel was een van de oprichters van CoBrA, een artistieke stootgroep op weg naar een betere wereld. Copenhague, Bruxelles et Amsterdam, want Frans was de voertaal van de beweging van ‘knoeiers, kladders, verlakkers‘ (aldus de vaderlandse pers). Cobra betekende in de jaren vijftig de echte doorbraak van de moderne kunst in ons land. Schilderkunst en dichtkunst – want ook de dichters gaan Experimenteel. De lezing behandelt het uitbundige leven en werk van Karel Appel vanuit de na-oorlogse context, het jongensboek-achtige begin van CoBrA en schenkt ook veel aandacht aan de Outsider-Art: het teruggrijpen op de kindertekening – een fascinatie van niet alleen de CoBra-leden!

MARK ROTHKO
Een nogal zelfverzekerd kunstenaar die in alles wil imponeren. Maar ook: 'In elke borstelstreek schuilt een tragedie' - als hij in 1958/59 aan een (later door hem verbroken) opdracht werkt voor het peperdure restaurant Four Seasons: donkerbruin rode doeken die steeds zwarter worden. Het Gemeentemuseum in Den Haag wijdt tussen 20-09 en 18-01-2015 een groots overzicht aan deze belangrijke vertegenwoordiger van het abstract expressionisme. De geschilderde kleurvelden zijn van een ongekende intensiteit en sensualiteit en verbeelden universele gevoelens als angst, tragiek en euforie. Op veilingen levert zijn werk recordbedragen op. Gebruik makend van recent onderzoek in de VS zal deze tentoonstelling bijzondere aandacht besteden aan een voorheen onderbelicht aspect in Rothko’s oeuvre: zijn ontwikkeling van figuratie tot abstractie.

JAN MANKES, SCHILDER VAN INNERLIJK LICHT
Jan Mankes, een meester in het weglaten van wat overbodig is, schilderde in zijn korte teven (1889-1920) ongeveer 200 schilderijen, 50 prenten en ruim 100 schetsen/tekeningen: sferische landschappen, stillevens, met grote toewijding geschilderde portretten. Maar meer dan de helft van de werken heeft met de natuur te maken: vogels, kraaien, torenvalken, geiten, paarden en de beroemde Wyandotte haan. ‘Holands meest verstilde schilder’ woonde vanaf 1909 met zijn ouders in De Knijpe bij Oranjewoud/Heerenveen. In 1915, getrouwd met de theologe Annie Zernike, die in 1911 als eerste vrouwelijke dominee in Nederland in dienst was getreden bij de Hervormde Kerk in de Knijpe, vestigden zij zich in Den Haag, later Eerbeek. Mankes overleed in 1920, na de geboorte van hun zoon Beint en de promotie van Annie tot doctor in de theologie.

VINCENT VAN GOGH: DE SCHILDERIJEN EN DE BRIEVEN
Vincent van Gogh (1853-1890) was een dubbeltalent: schilder en schrijver van 902 fascinerende brieven. Daaruit blijkt dat Van Gogh zich gedroeg als een eenling (‘... die eenzaamheid welke een schilder treft die door Jan en alleman wordt aangezien voor gek, moordenaar, vagebond …), dat hij weinig aanleg had voor het onderhouden van gezellige sociale kontakten (‘Veel mensen houden mij voor een onaangenaam karakter’) en, volgens Gauguin, inderdaad behoorlijk 'gek' was. Maar de kunstenaar was ook belezen, kende zijn kunstklassiekers, sprak drie talen vloeiend en hield zich uitvoerig bezig met kleurentheorieën.

PAUL GAUGUIN EN DE NIEUWE VERHALEN
Paul Gauguin, (1848-1903), vechtersbaas, amokmaker, beursmakelaar en later een zoekend (en weinig erkend) kunstenaar, alleen onder collegae bekendheid genietend als de leider van de school van Pont-Aven (Bretagne) denkt vanaf 1887 nieuwe inspiratie te vinden, nieuwe exotische verhalen te kunnen schilderen op (inmiddels echt niet meer zo ongerepte) eilanden als Martinique en Tahiti. Hij hoopt te daar vinden wat hij mist in Parijs: een oprecht, eenvoudig leven. Hij bewondert vooral de gracieuze bevolking en sluit zijn ogen voor de harde werkelijkheid die hun leven vooral ook is. Theo van Gogh, de broer van Vincent, beschrijft de manier waarop Gauguin de vrouwen schildert als ‘hoogstaande poëzie’. Was zijn leven dat ook? Nou, dan van het stormachtige soort. Hij sterft jong, op 54-jarige leeftijd, miskend, ziek van syfilis en hartaanvallen, met als erfenis een gigantisch mooi oeuvre waarbij hij inderdaad nieuwe wegen heeft ingeslagen. Vrijwel aansluitend komt de bekendheid, waardering, erkenning en tenslotte beroemdheid. De lezing geeft inzicht in de zoektocht die zijn leven kenmerkt en hoe hij als voorloper van de symbolisten de kunstgeschiedenis ingaat.

POST- EN NEOIMPRESSIONISME: PAUL CÉZANNE, GEORGES SEURAT, GEORGES SEURAT/PAUL SIGNAC, VINCENT VAN GOGH
Het impressionisme, als moderne stroming tegen de conservatief-classicistische opvattingen van de salonjury's, bracht veel navolging, maar ook tegenreacties: het post- en het neo-impressionisme (ofwel pointillisme). Grote namen daarin zijn Paul Cézanne, 1839-1906, met een bijna mythische status onder zijn schildersvrienden, Vincent van Gogh, 1853-1890, die meer dan gemiddeld direct tot de ziel spreekt, en Georges Seurat, 1859-1891, met de ’wetenschappelijke’ benadering van het pointillisme.


VERZAMELAARS
HELENE KRÖLLER-MŰLLER, HET MUSEUM, DE COLLECTIE, DE BEELDENTUIN
Helene Kröller-Műller, een karaktervolle, eigenzinnige perfectioniste die een bestaan vol geestelijke verdieping nastreefde en die de kunst beschouwde als middel daartoe. Een intelligente, ambitieuze en energieke vrouw die een collectie moderne kunst samenbracht die in Nederland en ver daarbuiten geen gelijke kende. Haar echtgenoot, Anton Kröller, directeur van het omvangrijke en vertrouwenwekkende Muller & Co behoorde tot de rijkste Nederlanders van zijn tijd. Hoewel het tij keerde na 1917 kwam haar museum er desondanks toch in 1938, een traject vol ongelooflijke pieken en dalen.

YVES SAINT-LAURENT. De kunstveiling van de eeuw - alleen schoonheid telt
De veiling van de kunstverzameling van de couturier Yves Saint-Laurent en zijn partner Pierre Bergé vond plaats in het Grand Palais te Parijs, eind februari 2009, en werd georganiseerd door Christie’s. Er waren ongelooflijke recordprijzen; de modeontwerper en zijn vriend hadden een verfijnde smaak. De lezing gaat ook uitgebreid in op zijn blijvende invloed op damesmode en toont voyeuristische inkijkjes in zijn woonhuizen!


DIEREN
DE KAT IS NIET VOOR DE POES
De kat is ons meest geliefde huisdier. Maar in de wereld van de kunst staat de kat symbool voor de begeerte, een van de zeven hoofdzonden uit het christelijke geloof. In de kunsthistorie spreekt men dan van ‘schijnrealisme’: het schilderij lijkt iets af te beelden uit het leven van alledag, maar daaronder zit een laag die nog andere dingen vertelt. Na het bijwonen van deze lezing zult u katten op schilderijen voortaan met andere ogen bezien …

DIERENDAG OP DOEK
De schilderkunst kende vroeger een uitgesproken hiërarchie in onderwerpen: verhalen uit de Bijbel, de (vaderlandse) geschiedenis, of de Griekse en Romeinse mythologieën stond bovenaan, taferelen met dieren onderaan. Dieren hadden, net als landschappen, een contextfunctie; ze dienden als ondersteuning van het weergegeven verhaal. En dat geeft genoeglijk ogende schilderijen vaak een pittige bijbetekenis: komisch-moraliserend of verwijzend naar een liederlijke levenswandel. De powerpointpresentatie gaat over veertjes en vachten, alles wat blaft of blaat, fluit, piept, krijst of kraait – met bijbedoelingen waarvan u zult opkijken!


KUNST UIT ITALIE
GIOTTO EN DE SCOVEGNI KAPEL IN PADUA
Italië, Padua, 1300. Enrico Scrovegni bouwt een kapel die in de periode 1302-05 door Giotto voorzien wordt van een ogenstrelende frescocyclus: de levens van de ouders van Maria (Anna en Joachim), de geboorte, en leven/lijden van Jezus. Het allereerste en prille begin van de renaissance: een mijlpaal in de overgang van gotiek naar een nieuwe schilderkunst die tot in de 19e eeuw zal domineren.

PIERO DELLA FRANCESCA en de 'De legende van het ware kruis’
Piero della Francesca (1416/17-1492), een opmerkelijk schilder uit de vroege renaissance. In de presentatie komt Piero’s plaats in de kunsthistorie aan de orde met grote aandacht voor zijn belangrijkste werk, de 'De legende van het ware kruis’ in de Basilica di San Francesco in Arezzo. Een prachtige lezing met veel mooi beeldmateriaal en een prima gelegenheid om uw kennis van Bijbelse en historische verhalen weer eens wat op te frissen…

HOOGTEPUNTEN UIT DE ITALIAANSE RENAISSANCE: DE MEESTERWERKEN DIE JE GEZIEN MOET HEBBEN
Ondanks dat er op heel veel plekken heel veel mooie kunstwerken te zien en te bewonderen zijn is er toch een officieuze Top-100. De werken die iedere keer weer opduiken in kunsthistorische overzichten, die musea nooit uitlenen omdat ze te kwetsbaar zijn om te reizen of waarvoor bezoekers speciaal komen. We kijken deze keer naar een (altijd te klein) aantal werken uit de Italiaanse Renaissance, want we bekijken/bespreken ze aandachtig.


LANDENLEZINGEN
HOOGETPUNTEN UIT DE ZIJDEROUTE
De Zijderoute: een netwerk van royaal 8.000 km handelswegen, met een bloeitijd tot 1500. Ik bereisde de afgelopen jaren Syrië, Iran Uzbekistan en China, op zoek naar wat er nog resteert. Het leverde prachtig fotomateriaal op van wonderschone (maar wel vaak ruïneuze) monumenten, bijzondere culturele en ongekende religieuze uitingen en natuur. Een uiterst boeiend verhaal, samengevat in een lezing van 2 uur, de hoogtepunten van een eeuwenoud handelstraject: de Zijderoute!

SYRIE, PRACHTIGE GESCHIEDENIS EN HEFTIGE ACTUALITEIT
Ik heb Syrie, als onderdeel van de Zijderoute, bereisd toen de politieke situatie nog ‘rustig’ was. Syrie's oeroude geschiedenis wordt bepaald door de centrale ligging op een vruchtbaar kruispunt tussen twee continenten. Damascus en Aleppo behoren tot de oudste en langst voortdurend bewoonde steden ter wereld. Een indrukwekkende geschiedenis met prachtige Romeinse, Joodse, christelijke en natuurlijk islam invloeden. De heftige actualiteit wordt nu dagelijks belicht maar het prachtige culturele erfgoed komt nooit aan bod, terwijl het absoluut de moeite waard is ook dit aspect van het land te kennen. Het is dus vooral hierop dat de lezing uitgebreid ingaat natuurlijk zonder een toeristisch praatje te worden.

CHINA
Een land dat ik bereisde als onderdeel van de zijderoute: van het uiterste westen, Kashgar (in de autonome ‘Oeigoerse’ provincie Xinjiang) naar het oosten: Beijing. De zondagsmarkt in Hotan! De Karakorum Highway naar het schitterende Karakuli Meer - uitzicht biedend op de bergreuzen van het Pamir gebergte. Turpan, Dunhuang met de beroemde boeddhistische Mogao Grotten, Tibetaanse sferen in het Labrang Klooster in Xiahe, het Terracotta Leger in Xi’an – allemaal uitroeptekens!

UZBEKISTAN
Een land dat ik bereisde als onderdeel van de Zijderoute: geelkleurige zandduinen, groene oasen en witte katoenvelden. Sprookjesachtige steden als Samarkand, door de roemruchte Timoer Lenk (“De Lamme”) gebouwd als zijn nieuwe luisterrijke hoofdstad. Een ander juweel: Boechara, waar de tijd is stil blijven staan met zijn oude centrum, de talloze bazaars, karavanserais, moskeeën.

IRAN
Een land dat ik bereisde als onderdeel van de Zijderoute. Iran/Perzië heeft een bijzonder lange geschiedenis en kan met recht één van de bakermatten van de beschaving genoemd worden. De geschiedenis gaat terug tot 600 vChr toen Cyrus de Grote de verschillende volkeren verenigde. In de 4e eeuw v Chr vernietigde Alexander de Grote het Perspolis van Darius III, na 635 kwamen de islamitische Arabieren. Een laatste bloei volgde onder sjah Abbas I wat prachtig te zien is in de toenmalige hoofdstad Isfahan. In Shiraz had de VOC tot 1730 een wijnhuis! Tijden veranderen – dat laat deze powerpointpresentatie met prachtig beeldmateriaal heel mooi zien

BIRMA: (G)EEN GODENGESCHENK?
Birma/Myanmar. Ik was daar in 2011 en zag betoverend landschap, rijstvelden, boeren met ossenkarren, ontelbare kloostercomplexen, monniken en kleurrijke markten. Yangon met de beroemde Shwedagon pagode, Bagan met zijn schitterende tempelcomplex uit de 11e-13e eeuw (met Angkor Wat in Cambodja het mooiste ter wereld), de U Bein brug uit 1849 over het Taungthaman meer en de ‘beenroeiers’. In de Chinstaat zijn de gezichten van de oudere vrouwen nog helemaal getatoeëerd, Padaung kent zijn ‘giraffenvrouwen’, de Akha vrouwen hebben kleurige uitbundige hoofddeksels vol zilveren bellen en munten. En natuurlijk hoort u het verhaal over Aung San Suu Kyi, in 1999 winnares Nobelprijs voor de Vrede.

RUSLAND
Een autoritaire staat met een keizer in het Kremlin. Een enorm land met een turbulente geschiedenis. Maar, wat een kunst – wat een cultuur! We ‘bezoeken’ tijdens de lezing vooral Moskou en St.-Petersburg, met daartussen in de steden Sergjev Posad , Novgorod en Pskov: de gouden ring. De lezing behandelt op een overzichtelijke manier, kerken, kloosters, popes, geloofsbeleving, iconen en iconostases zodat u op de hoogte bent van dit belangrijke deel van de Russische cultuur. Daarnaast gaan we uitgebreid in op de belangrijkste musea en hun kunstcollecties, waaronder in het bijzonder de Hermitage en de De Tretjakovgalerij . Het is een verhaal apart te horen hoe zij aan hun geweldige kunstcollecties gekomen zijn …


OVER KUNST
ART NOUVEAU EN ART DECO, PARIJS 1900-1939
Het zijn nog steeds bijzonder geliefde stijlen, art nouveau en art deco. Ze veroveren vanaf ca 1900 vanuit Parijs stormenderhand ‘de rest van de wereld’. De elegantie en asymmetrie van de sierlijke art nouveau (de natuur als uitgangspunt), de art deco met de geometrische vormen en rijke kleuren, de luxe en de decadentie, de onstuimige wereld van de roaring twenties, dat alles komt duidelijk aan de orde in deze lezing, met heel mooi beeldmateriaal en schitterende verhalen. Miljoenen mensen bezoeken groots opgezette wereldtentoonstellingen (Parijs, 1900 en 1925), Sergej Djagilev veroorzaakt schandalen met zijn Ballets Russes, Picasso, Kees van Dongen, Modigliani en heel veel andere bekende kunstenaars leveren hun bijdrage aan de nieuwe eeuw, een nieuwe tijd waarin alles anders en beter zal worden. Totdat …

GEK VAN SURREALISME
Salvador Dalí, René Magritte en andere kunstenaars bieden een ongeëvenaard overzicht aan droomwerelden, fantasie, gektes en onbeteugelde passie, visioenen en symbolen. Freud heeft er met zijn de droomtheorie vast en zeker een verklaring voor. Het surrealisme is één van de meest invloedrijke richtingen in de moderne kunst geweest, met een bevrijdende invloed op design, interieur, mode, film, architectuur en reclame. De surrealisten waren in hun tijd onaangepast, deden schokkende dingen en hun bizarre werk prikkelt de fantasie, nog altijd. Ze hadden een obsessieve fascinatie voor het object en voor het toeval. Voeg beide voorliefdes samen et voila: ‘Ceci n’est pas une pipe!’.

KUNST KIJKEN EN … MEER ZIEN
We gaan vanuit verschillende gezichtspunten naar kunst kijken … en meer zien. Wat is eigenlijk het verschil daartussen? En hoe bepalen we eigenlijk ons esthetisch oordeel: het verschil tussen mooi en lelijk. In deze zin is ons dagelijks leven doordrongen van het soort vragen die in de kunstfilosofie (of esthetica) centraal staan. Is kunst een kwestie van nabootsing of een gevoelskwestie? Moet ze ons kippenvel geven, origineel zijn, of komt het vooral aan op vorm en techniek. We stellen ons deze vragen aan de hand van een aantal kantelpunten in de geschiedenis van de beeldende kunst, met als leidraad de vraag: waarom waren de veranderingen zo schokkend voor de eigentijdse beschouwer en wat schokt ons nog?

KIJKEN KIJKEN NIET KOPEN
De kunstmarkt blijft groeien, ondanks de dreigende economische malaise en dat gaat regelrecht tegen iedere trend van de financiële markten in. Terwijl banken en hypotheekverstrekkers door de knieën gaan, vliegen de veilingrecords van Sotheby’s en Christie’s ons om de oren. Geld maakt klaarblijkelijk niet gelukkig en kunst zelden ongelukkig. In deze presentatie wordt u bijgepraat over de ‘nieuwe’ publiekslievelingen in de kunst: de miljoenen die achteloos door verzamelaars worden neergeteld voor schedels bezet met diamanten, beesten op formaldehyde en gouden beelden van schoonheidskoninginnen door bravoure kunstenaars als Andy Warhol, Damien Hirst en Jeff Koons.

KUNST EN DE INTERNATIONALE RECHTEN VAN DE MENS
Er wordt eigenlijk voortdurend een beroep gedaan op de kunsten/de kunstenaar om zich uit te speken, en dan graag voor ‘het ware, het goede, het schone’. Maar door wie? En zijn de kunsten daarvoor, om ons geweten wakker te trappen, een tegenwicht te bieden aan beelden die we in de media zien, het kwaad dat we in de krochten van onze ziel aantreffen, de politiek (kapitalisme, IS, Trump) of de social media? Moet kunst ons een spiegel voorhouden door ‘moreel goed’ te zijn? Heeft kunst in onze seculiere samenleving de rol van religie overgenomen in de strijd tegen ‘het kwaad’? Maar hoe zit het dan met de individuele vrijheid van de kunstenaar? Moet je kunst beoordelen op de morele (in)correctheid van de kunstenaar?

‘PARIJS! 1900!’
Parijs, dé hoofdstad van het Europese artistieke leven, het centrum van het Belle Époque. Tijdens de wereldtentoonstelling van 1900 werden de behaalde successen in de voorbije eeuw gevierd. Met filmopnames, dankzij Thomas Edison. Het uitgaansleven bloeide, de mode en de beeldend kunstenaars roerden zich: Cézanne, van Gogh, Gauguin, Matisse, Picasso, met schokkende schilderijen. En vergeet de dans niet: Vaslav Nijinsky van Diaghilev ‘s Ballets Russes.

GEROOFDE KUNST GEDIJT NIET
De teruggave van door de nazi’s geroofde kunstwerken is meer dan ooit actueel. Musea hebben de afgelopen jaren hun bezit nauwkeurig nagekeken op provenantie: de herkomst van werk. En terecht, er bestaat geen recht op plunderen. Er zijn beruchte zaken (Goudstikker, Koenings). Afgezien hiervan behandelt de lezing ook andere gevallen: Napoleon die triomfantelijk De stier van Potter meenam; Chinees erfgoed door de Britten gekaapt in 1860 tijdens de tweede opiumoorlog; de Mona Lisa (gestolen in 1911), Achnaton met offerblad uit het Egyptisch Museum in Cairo, in februari 2011 gevonden op een vuil Tahrirplein, de Österreichische Galerie Belvedere, Maria Altmann en Klimt’s portret van Adele Bloch-Bauer, de Kunsthalroof, de redder/sluwe handelaar Gurlitt. Enfin, we gaan praten over het Art Loss Register en of er nog vindpremies te innen zijn (Mondriaan). Maar natuurlijk gaan we ook gewoon genieten van mooie kunst!

HET TAPIJT VAN BAYEUX, GEMAAKT IN 1066
Het tapijt van Bayeux (vernoemd naar het Normandische stadje Bayeux waar het tentoongesteld wordt) is een 70 meter lang borduurwerk dat de geschiedenis weergeeft van de verovering van Engeland in 1066. Een wandkleed dus van bijna 1000 jaar oud, dat vrijwel ongeschonden branden, vernielingen en godsdienstoorlogen doorstond! Het Tapijt verbeeldt de strijd tussen de Willem de Veroveraar (ca 1028-1087) en de Angelsaksische graaf Harold II (1020-1066). Toen Willem, hertog van Normandië, in september 1066 Het Kanaal overstak, had hij een invasiemacht van zeven­duizend man, drieduizend paarden en tonnen voorraad bij zich. Het was het einde van vele jaren bittere frustratie. Eindelijk zou hij gaan vechten voor wat hij als het zijne beschouwde: de Engelse kroon. En het lukt hem, Willem wordt na de slag bij Hastings in 1066 koning van Engeland. Hoe het ging, wat het kostte aan inzet, wapens, slachtoffers, moed, list en bedrog weten we door het Tapijt van Bayeux. Het tapijt vertelt over winnen en verliezen, wonen en varen, eten en drinken, kleding en gewoontes in een tijd waar wij niet zoveel weet van hebben. Kom kijken, leer en … geniet van dit mooie culturele erfgoed! Echt, je weet echt het meest als je bij de lezing bent geweest!